Als je observeert kun je dat op verschillende manieren doen.
1 door de vrije observatie
je werkt met een doel maar je vragen zijn nog niet concreet. Het is een vooronderzoek. Je gaat zitten, je kijkt en schrijft op wat je ziet. Het moet wel objectief zijn dus je mag er niet je eigen mening aan koppelen. Deze vorm gaat vaak samen met participeren observeren, d.w.z. je kijkt naar het kind terwijl je gewoon aan het werk bent.
2 gestructureerde observatie
Ik ga Peet observeren. Hij werkt ik een sociale werkplaats. Hij verliest regelmatig zijn geduld. Er is al opgemerkt dat hij er aan het einde van de week meer last van heeft dan aan het begin van de week . Zou hij overbelast worden?
Dit kun je observeren met een gestructureerde observatie. Ik heb nu een exact doel. Vaak wordt een gestructureerde observatie met getallen uitgedrukt. Je kijkt dan hoe vaak iets voorkomt of hoe lang iets duurt. Je hebt dan een formulier nodig waarop je de gedragingen turft. Ik breng het gedrag van Peet in kaart. Ik kruis aan hoe vaak Peet zijn geduld verliest. Als ik dat op verschillende dagen doe kan ik erachter komen of het gedrag van Peet echt aan het moment van de week ligt.
3 Intervalobservatie
Een intervalobservatie doe je op verschillende tijdstippen. Je hebt een observatiedoel en observatievragen.
Door op verschillende momenten hetzelfde te observeren kun je het gedrag over een langere periode vastleggen. Mevrouw Pietersen eet slecht. Door haar op verschillende manieren te observeren ben ik er bij haar achter gekomen dat de problemen vooral bij het ontbijt zijn.
4.Contextuele observatie
Bij deze observatie is niet de cliënt maar de omgeving met middelpunt. Joop werkt in een wijkteam en komt op bezoek bij familie Haraf. Hij gaat het gezin observeren maar nu is het belangrijk dat Joop eracher komt met wie de familie Haraf omgaat. Hoe ze wonen en hoe de dagindeling van het gezin is. Dit is moeilijk om in kaart te brengen, daarom wordt hier de video-opname ingezet. Je kunt de beelden later nog eens goed bekijken.
5 protocollaire observatie
Dit werd toegepast bij meneer de Vries. Hij was opgenomen in het ziekenhuis. Hij heeft een heupoperatie gehad. Peter gaat hem observeren. Dat doet hij aan de hand van de vastgestelde punten door het ziekenhuis. Hij noteert bloeddruk, temperatuur, gemoedstoestand en mobiliteit. Ze leg je de observatie momenten en doelen vast.
In een verpleeghuis wordt ook zo geobserveerd. Het voordeel hiervan is dat iedereen in de gaten wordt gehouden en dat je cliënten waar je niets aan er zo uit kunt halen en op tijd helpen.
Een ander voordeel is dat iedere collega kijkt naar iedere patient met dezelfde punten. Nadeel is wel dat je alleen naar de vastgestelde punten kijkt en zo informatie kunt missen.